^ naar boven
Zonnewijzertypen
volgende >

1. Zonnebanen

Hoe de plaats van de zon aan de hemel gedurende de dag en door het jaar heen verloopt, is in onderstaande grafiek weergegeven. Deze geldt voor Noord-Nederland. De buitenste cirkel is de horizon, de onderrand van het hemelgewelf. De afstand vanaf de rand naar het middelpunt geeft de hoogte van de zon boven de horizon aan. Het middelpunt is het zenit, het punt op de hemelbol recht boven ons hoofd en 90° boven de horizon. De hoek langs de cirkel geeft het azimut van de zon aan, dat is de richting in het horizontale vlak. Zuid komt overeen met 0°, negatief naar oost en positief naar west.

De blauwe lijnen zijn de datumlijnen voor het begin van de dierenriemmaanden. De positie van de zon is hierop in rood aangegeven als hij precies in het zuiden staat, en telkens een uur eerder en later; dat zijn de uurpunten. Door ze met elkaar te verbinden ontstaan in rood de uurlijnen.

Men kan in de grafiek direct aflezen hoe laat en in welke richting de zon opkomt en ondergaat door het jaar. Op de langste dag, bijvoorbeeld, komt de zon even voor 4 uur zonnetijd op, op azimut -130°, oftewel 40° noordelijk van oost, en gaat even na 8 uur 's avonds onder op 40° noordelijk van west.

Als de declinatie van een muur bekend is, kan men aflezen gedurende welke uren hij zon krijgt op verschillende data. Als de declinatie bijvoorbeeld 50° westelijk van zuid is, trek dan een lijn van -40° naar 140° door het middelpunt en lees af hoe lang de zonnebaan op de gewenste datum onder die lijn loopt. Op de kortste dag bijvoorbeeld zal de zon die muur beschijnen vanaf 9 uur 's morgens tot zonsondergang (om even voor 4 uur 's middags).

^ naar boven volgende >